huisvesting
Huisvesting
Een zeker niet te verwaarlozen aandachtspunt bij het houden van roofvogels is de huisvesting.
Kun je in het begin een jonge kerkuil of een klein soort uil zoals een steen- of dwerguil nog in een grote papegaaienkooi houden, op een gegeven moment hebben ze toch hun eigen plekje buiten nodig.
Voor roofvogels is het beter als ze meteen in het buitenverblijf kunnen.
Vogels die elke dag gevlogen worden kan je houden in een zogenaamd spitshuis, ookwel tiphut of tippie genoemd.
Dit is een driehoekige hut met drie gesloten zijden.
In verband met de regenslag moet de westzijde altijd gesloten zijn.
Door de open zijde af te sluiten met een net houdt je de nachtelijke bezoekers op afstand. Denk hierbij aan marters, wezels, vossen enz.
Een andere mogelijkheid is een voliére.
Voor de afmetingen hiervan is het afhankelijk van de vogelsoort die je wilt houden.
Ook deze moeten geheel of gedeeltelijk overdekt zijn, zodat de dieren beschutting hebben tegen slechte weersomstandigheden.
De constructie kan je van verschillende materialen maken zoals: hout, staal met plastic coating of beton.
Het is verstandig om een dubbele deur te maken of een deur die d.m.v. een veer automatisch sluit.
Zo verklein je de kans dat de vogel wegvliegt als je de voliére in of uit wil gaan, of de deur vergeet te sluiten.
Voor de omheining gebruik je gaas of een stevig net.
Zorg voor voldoende zitplekken. Deze creeër je door grote boomtakken op te hangen of door bomen en/of struiken te planten.
Zorg er wel voor dat de diktes van de takken verschillen en dat de vogels de mogelijkheid hebben om op verschillende hoogtes te gaan zitten
De meeste vogels vinden het fijn als ze een plekje hebben, waar ze uit het zicht kunnen zitten. Ook dit is te realiseren door bomen of struiken te planten.
Maak anders een hok en hang dit in de voliére.
Om 'bubblefoot'te vermijden kun je de zitplaatsen bekleden met astroturf. Dit zorgt ervoor dat lucht aan de onderkant van de poten komt.
Bij het bekleden van de vloer moet je er voor zorgen dat het dier zich niet kan bezeren tijdens het landen en het materiaal een afmeting heeft die het dier niet als voedsel gaat zien.
Een must is dat de bodem goed schoon te maken moet zijn. Enkele voorbeelden zijn: Kiezelzand met een grote van 0,5 tot 1,0 cm, Houtsnippers grote nr. 8.
Welke huisvesting je ook kiest de vogels dienen altijd vers water tot hun beschikking te hebben. Niet alleen om te drinken, maar ook om te baden. Ververs het water elke dag.
Mocht je een vorstgevoelige vogelsoort (willen) kopen, zorg er dan wel voor dat het spitshuis of de voliére voldoende afgesloten kan worden tegen de kou of dat de vogel naar een tuinhuis, stal of garage kan worden verplaatst.
Maak jouw eigen website met JouwWeb